Over het ontstaan van het circus bestaan verschillende theorieën. De meeste historici verwijzen naar de eerste show van hogeschoolrijder Philip Astley in 1768. Die show vertoonde grote gelijkenissen met het klassieke circus zoals we dat nu kennen. Astley opende een manege nabij Londen, waar hij niet alleen lessen gaf in voltige, maar ook entertainende presentaties.
Presenteren in de piste
Er kwam veel publiek af op zijn demonstraties, met kunsten te paard, acrobaten, koorddansers en jongleurs. Astley ontdekte dat een ronde manege met een diameter van 13 meter de ideale maat is om centrifugale kracht te creëren zodat de ruiter de perfecte balans heeft op een galopperend paard: de piste.
Niet altijd populair
Sindsdien wisselden perioden van buitengewone populariteit en perioden van verloochening elkaar af. Direct na de Tweede Wereldoorlog was een circusbezoek een manier om je vrijheid te vieren. De opkomst van de televisie zorgde voor dieptepunt in de jaren zestig.
Revolutie
De strijd in de westerse wereld voor meer seksuele vrijheid en gelijke rechten voor vrouwen en studenten, bracht in de jaren zeventig ook een (r)evolutie teweeg in het circus. In Frankrijk verscheen een type circus met aandacht voor meer karakter- en verhaalontwikkeling, het gebruik van licht en design en esthetische effecten. Ook ontstonden verschillende stromingen: het klassieke circus, het cirque nouveau en het hedendaagse circus.
Klassiek circus
Een opeenvolging van nummers, die elk circa 7 minuten duren en worden aan- en afgekondigd door een spreekstalmeester. Deze nummers kennen elk hun eigen spanningsboog. Circustechnieken als acrobatiek, éénwielfietsen, jongleren, leeuwen temmen, paardendressuur en trapezewerk staan centraal. De nummers zijn stuk voor stuk, afzonderlijk van elkaar, gecreëerd door een circusfamilie, de artiest zelf en/of een regisseur. De artiesten verbazen en imponeren het publiek met de kunsten die zij (en hun dieren) beheersen. Er wordt, net als in klassiek ballet, gebruik gemaakt van een vast repertoire.
Cirque Nouveau
Een aaneenschakeling van nummers in een piste of op een rond toneel, met een overkoepelend thema. Ontstaan vanuit de behoefte om circus te maken dat dichter bij het publiek staat. Vaak zonder dieren en met moderne technieken en/of vormgeving, bijvoorbeeld het gebruik van motoren in plaats van paarden en het dragen van modieuze kleding in plaats van theatrale kostuums. Er is een (eind)regisseur verantwoordelijk voor het eindproduct.
Cirque Contemporain
Circustechnieken worden gebruikt als middel om een verhaal te vertellen of om een boodschap over te dragen. Voorstellingen kennen een meer karakter-gedreven aanpak en een theatrale spanningsboog. De voorstelling wordt gecreëerd door een collectief. Vaak is er een (eind)regisseur betrokken bij het proces. In sommige gevallen tevens een dramaturg. Er wordt veelal gebruik gemaakt van een beperkt aantal circusdisciplines, bijvoorbeeld enkel acrobatiek of enkel jongleren.